Spies: “Renovatie Binnenhof vraagt om draagvlak parlement”
De bewoners van de gebouwen op het Binnenhof zijn het erover eens dat renovatie dringend noodzakelijk is. Tegelijkertijd moet het parlement ongestoord kunnen blijven vergaderen. Dit vraagt om draagvlak voor het maken van keuzes in de omvang en duur van de werkzaamheden. Dit staat in een persoonlijk advies dat oud-minister Liesbeth Spies vandaag aan minister Blok (Wonen en Rijksdienst) heeft aangeboden. De totale renovatiekosten liggen naar schatting tussen 500 en 600 miljoen euro. Volgens Spies is een renovatie van het Binnenhof in 5,5 jaar tijd technisch en financieel gezien de beste optie.
Met het rapport komt Spies tegemoet aan het verzoek van minister Blok om met een advies te komen over de renovatie van het hele Binnenhof, inclusief het gedeelte van de Tweede Kamer dat in 1992 is uitgebreid. Over de renovatie heeft zij overlegd met de bewoners van het Binnenhof (Eerste en Tweede Kamer, Raad van State en ministerie van Algemene Zaken) en het Rijksvastgoedbedrijf als eigenaar en beheerder van de gebouwen. Dat renovatie noodzakelijk is, wordt door betrokken partijen erkend.
Herstel gebreken
Renovatie is noodzakelijk om het monument in een goede staat te houden en te zorgen dat het Binnenhof ook in de toekomst 24 uur per dag in bedrijf kan blijven. Achter de muren van het Binnenhof ligt een complex dat – na vele jaren zeer intensief gebruik – sterk verouderde en versleten techniek huisvest, lekkende daken heeft en op veel punten niet voldoet aan de huidige veiligheidseisen. Doordat er tijdelijke maatregelen zijn genomen zijn de gebouwen nog wel veilig te gebruiken, maar dit is geen houdbare situatie. Spies adviseert minimaal de gebreken te herstellen en te zorgen dat het gebouwencomplex weer voldoet aan wet- en regelgeving. Of aanvullende ingrepen onderdeel moeten uitmaken van de renovatie is een politieke afweging. Spies adviseert nu te besluiten de renovatie aan te pakken en dan stap voor stap, gezamenlijk met de bewoners, te bekijken hoe de renovatie wordt uitgevoerd.
Duur van de renovatie
De bewoners van de gebouwen op het Binnenhof willen een zo kort mogelijke renovatieperiode met zo min mogelijk overlast. De combinatie van renoveren en zo veel mogelijk op het Binnenhof blijven, vraagt naar de huidige inzichten ten minste 13 jaar. De bewoners hoeven dan maar een deel van die periode te verhuizen: als hun gebouwdeel aan de beurt is. De Tweede Kamer wordt in deze variant in meerdere fases gerenoveerd.
De renovatie kan het snelst worden uitgevoerd als het hele Binnenhof in één keer leeg komt. De renovatie duurt dan 5,5 jaar. Deze variant is zowel technisch als financieel aantrekkelijker. Ook overlast en het risico op verstoring van de bedrijfsvoering zijn in deze variant minder.
Tijdelijke huisvesting
In het advies wordt voorgesteld dat in de lange, gefaseerde variant steeds wisselende bewoners gebruik maken van het huidige pand van de Hoge Raad aan het Lange Voorhout. In de korte variant is het idee dat de Eerste en Tweede Kamer tijdelijk verhuizen naar het huidige pand van het ministerie van Buitenlandse Zaken naast het Centraal Station in Den Haag verhuizen. De delen van de Raad van State en het ministerie van Algemene Zaken verhuizen dan in het voorstel tijdelijk naar het huidige pand van de Hoge Raad aan het Lange Voorhout in Den Haag.
Spies verwacht op basis van ramingen dat de totale kosten uitkomen op 500 tot 600 miljoen euro. Zij geeft aan dat er bespaard kan worden door te kiezen voor de korte variant. Deze variant zou van het parlement echter een ingrijpende beslissing vergen, aangezien het dan gedurende 5,5 jaar niet op het Binnenhof zetelt.
Tijd voor keuzes
Spies beklemtoont dat de staat waarin het Binnenhof zich nu bevindt, vraagt om politieke keuzes waarin de hoofdrichting van de renovatie snel wordt vastgelegd. Stap voor stap kan dan in goed overleg met alle bewoners gestart worden met de verdere planvorming en daadwerkelijke voorbereiding van de renovatie. De renovatie kan dan uiterlijk in 2020 echt beginnen.
Foto's huidige staat Binnenhof
De foto's zijn vrij te gebruiken. Het Rijksvastgoedbedrijf stelt het wel op prijs als de naam van de fotograaf (Corné Bastiaansen) als bron wordt vermeld.
Meer informatie: Copyright