Adviseurs railinfrastructuur Jos Rooijens en Roel van Gompel

Vier mannen lopen over de rails: twee militairen en twee medewerkers van het RVB. Gevaarlijk? Neen, want zij weten precies wat zij doen. Jos Rooijens (rechts op de foto) en Roel van Gompel leveren expertise en advies voor beheer en onderhoud, maar ook voor nieuwbouw en vervangingen van de railinfrastructuur van Defensie. Jos Rooijens: ‘Ik voorzie voor het RVB de komende jaren veel werk in de spoorbouw’.

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

RVB en railinfrastructuur?

‘Transport per rail is snel en effectief. En dus uitermate belangrijk voor Defensie. Dat het RVB voor Defensie aan het spoor werkt, is een taak waar maar weinig mensen mee bekend zijn’, zegt Rooijens, adviseur Wegen en Verkeer bij de sectie Civiele Infrastructuur van de afdeling Expertise Centrum Techniek (ECT). ‘Toch is dit het geval. Op een aantal defensieterreinen liggen spoorwegen en laad- en losplaatsen voor vervoer van defensiematerieel per trein: raccordementen. Groot materieel, zoals containers, voertuigen en zelfs tanks, kunnen over rails in korte tijd naar bijvoorbeeld voormalige Oostbloklanden worden vervoerd.’

Het RVB onderhoudt raccordementen en spoor voor Defensie op de locaties ’t Harde, Vlasakkers (Amersfoort), Vriezenveen, Steenwijk en Eygelshoven. De laatste locatie wordt – in NAVO-verband – ook gebruikt door het Amerikaanse leger.

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen
Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

10.00 uur: poolshoogte nemen

Dit najaar voert het RVB grootschalig onderhoud uit aan de raccordementen bij ’t Harde en Vlasakkers. In september is begonnen bij ’t Harde, het werk is daar inmiddels afgerond. Vandaag bekijkt Rooijens de voortgang van het onderhoud op de Vlasakkers. Hierbij werkt hij nauw samen met collega Van Gompel (sectie Projectmanagement ECT, links op de foto), die als projectleider verantwoordelijk is voor de uitvoering van de onderhoudscontracten. Voorafgaand aan het eerste voortgangsgesprek nemen zij, gehuld in fluorescerende veiligheidskleding, samen poolshoogte.

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

11.00 uur: overleg met Defensie

In de werkkeet is er koffie om op temperatuur te komen. Want buiten is het grauw en er valt een vies miezerbuitje. Majoor Geert-Jan Verkoeijen van de Koninklijke Marechaussee en Defensie-collega Willem de Greef schuiven aan. Verkoeijen is namens Defensie Vastgoed Management de vastgoedbehandelaar en opdrachtgever naar het RVB. De Greef is de beheerder van de raccordementen en bovendien de enige machinist die bij Defensie in dienst is. Al snel gaat het, naast het huidige onderhoud, over de gewenste uitbreiding van het raccordement ’t Harde.

’t Harde is voor het railvervoer van Defensie belangrijk. Het is het grootste raccordement. De voor vervoer benodigde wagons heeft Defensie in eigendom. Locomotieven worden via een marktpartij ingehuurd. Defensie gebruikt een rangeerlocomotief. Voor het onderhoud is op ’t Harde een smeerput aanwezig.

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

Planning en logistiek

Verkoeijen onderstreept het belang van een goede, logistieke planning. ‘Vervoer van Defensiematerieel per trein vereist dit. Onderhoud wordt qua benodigde tijd met het RVB goed afgestemd. Ons werk moet door kunnen gaan. We houden rekening met het reguliere personen- en goederenvervoer op het spoor. Alle treinen moeten keurig volgens de dienstregeling kunnen rijden.’

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

12.00 uur: op pad langs het spoor

Met een stevige klop op de deur kondigt luitenant-kolonel Maurits van Coberen een uur later zijn komst aan. Van Coberen is programmaleider voor de uitbreiding van onder andere de railinfrastructuur binnen het programma Versterken Defensie Transportcapaciteit. Het is tijd om het werk in uitvoering te bekijken. Lopend langs en over het spoor gaat Van Coberen in op het belang van duurzaamheid. ‘Defensie oefent overal in Europa. Het is duurzaam, efficiënt en snel om railvervoer bij grote verplaatsingen te gebruiken’.

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

12.15 uur: werk in uitvoering

Na een stevige wandeling bereiken Jos Rooijens en de anderen de plek waar de aannemer hard aan het werk is. Een “krol” (kraan op lorrie) licht losgemaakte oude bielzen, die worden vervangen door betonnen exemplaren. Moeren worden los- en vastgedraaid. Zorgvuldig werk, al was het maar om te zorgen dat je vingers niet bekneld raken. Daarna volgt het storten van nieuw grind. ‘Wij werken duurzaam’, vertelt Van Gompel. ‘Een deel van de betonnen bielzen is vroeger elders gebruikt in de railbouw; hier worden ze hergebruikt’.

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

Vergaan

De houten bielzen die nu op Vlasakkers worden verwijderd, dateren soms nog uit de Koude Oorlog. Van Gompel: ‘Sommige zijn door de tonnage (gewicht, red.) die zij hebben moeten dragen en door hun leeftijd bijna vergaan. Dit onderhoud is hoognodig’.

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

Toenemende intensiteit

Van Coberen legt uit: ‘Voor railvervoer van Defensiematerieel gelden Europese maatstaven. De lengte van een transport is afhankelijk van het materieel dat wordt vervoerd. Hoe zwaarder de belading, hoe minder wagons worden gebruikt, gezien de belasting voor het spoor. Een trein die Leopard-tanks vervoert, is dus korter dan een trein die wordt gebruikt voor vervoer van bijvoorbeeld containers. Vast staat dat de intensiteit van railvervoer door Defensie de komende jaren toeneemt. Samen met het RVB moeten we hier tijdig op inspelen.’

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

Uitbreiding, innovatie, nieuwbouw

Er wordt gestopt bij een wissel, die nog handmatig moet worden bediend. ‘Dit soort wissels hebben hun langste tijd gehad’, zegt Rooijens. ‘Nu hebben de railtransporten van Defensie een lengte van circa 200 tot 500 meter. Omdat het railvervoer steeds belangrijker wordt, wil Defensie extra wagons aanschaffen zodat de lengte van een transport 740 meter kan worden. Dit vraagt om oplossingen als automatische en beveiligde wissels, meer capaciteit voor stalling en nieuwbouw van laad- en losperrons.’

Bij gebruik van een handmatige wissel moet de machinist de trein op het reguliere spoor rijden en vervolgens teruglopen om de wissel goed te zetten. Bij een trein van 740 meter is dit een wandeling van anderhalve kilometer die met het huidige intensieve gebruik van het spoor te lang duurt.

Vergroot afbeelding Op de voet, werk aan het spoor
Beeld: Erik Jansen

14.30 uur: duurzame dienstregeling

Het laatste woord is na de uitgebreide inspectie voor Rooijens: ‘Het werk aan het Defensiespoor is voor het RVB nu en in de toekomst een uitdaging. Neem duurzaamheid: we werken in natuurgebieden, we willen circulair zijn en nieuwe technologie toepassen. Dat vraagt om samenwerking. Met Defensie, lokale overheden, ProRail en NS-reizigers. Iedereen heeft recht op gebruik van het spoor. Om dat te realiseren, zal het RVB zijn eigen dienstregeling qua advies, beheer en onderhoud op orde moeten hebben’.