Erfgoed Veenhuizen deels in nieuwe handen

Op maandag 19 april besloot het Rijksvastgoedbedrijf een deel van zijn vastgoed in Veenhuizen te verkopen aan het consortium van de Nationale Monumentenorganisatie, BOEi en Stichting Het Drentse Landschap. Deze nieuwe eigenaar krijgt de mogelijkheid het bijzondere verhaal van Veenhuizen een vervolg te geven. Het af te stoten ensemble met circa 80 gebouwen, wordt naar waarschijnlijkheid in juli formeel overgedragen.

Vergroot afbeelding
Beeld: Siebe Swart
Luchtfoto gevangenisdorp Veenhuizen, gesticht in 1823 door de Maatschappij van Weldadigheid voor de heropvoeding van bedelaars en landlopers.

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft besloten het ensemble te gunnen aan het consortium. Door hen is voldaan aan de drie belangrijkste criteria. Leidend was een aansprekende visie rondom de monumentale waarde van de gebouwen en de bijzondere samenhang tussen functie (arbeid, detentie en zorg), gebouwen en verkaveling. Daarnaast was de voorwaarde dat het ensemble als geheel zou worden overgenomen. Tot slot moest de koper kunnen aantonen in staat te zijn het ensemble te beheren.

Toekomst

De visie van het consortium ademt ambitie uit: ‘Veenhuizen wordt straks een plek voor Nieuwe Kolonisten, een plek voor maatschappelijke en ruimtelijke experimenten binnen een uniek monumentaal ensemble. Veenhuizen vormt de historische setting voor culturele en maatschappelijk bevlogen ondernemers en bewoners die met de thema’s aan de slag kunnen en voor bezoekers die dat actief en passief willen beleven. Ook is het een bestemming voor mensen die fysiek en mentaal op adem willen komen in een bijzondere omgeving. Tot slot biedt ze nog een derde groep een toekomst: de huidige en nieuwe bewoners van het dorp.’

Aanwezigheid Rijk

Een deel van Veenhuizen blijft eigendom van de Nederlandse staat. Denk daarbij onder meer aan de twee nog functionerende gevangenissen en de agrarische gronden. Omdat de rest van de grond en gebouwen geen rijksdoel meer dienen, is dit vastgoed afgestoten.

Historie

Aan het begin van de negentiende eeuw werd in Veenhuizen een Kolonie van Weldadigheid gesticht. Hier kregen armen uit de stad de kans een nieuw leven op te bouwen. In 1859 werd een deel van het vastgoed in Veenhuizen eigendom van de Nederlandse staat. De justitiële functie die het dorp toen kreeg, heeft sindsdien centraal gestaan.