Monsters van 'De oneindige ruimte'

Het Binnenhof is voor renovatie gesloten. Hét moment om de enorme schilderijen in de Tweede Kamer te onderzoeken. De sectie Kunst laat met chirurgische precisie monsters nemen. 'Vingervet, ik ben er geen fan van.'

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

In de plenaire zaal volgen we dit keer geen RVB'er, maar een onderzoek naar schilderijen. Zo’n 35 jaar geleden maakte kunstenaar Rudi van de Wint (1942-2006) tien kunstwerken voor de plenaire zaal, letterlijk met zijn handen. Zittend op zijn knieën wreef hij met zijn vingers, krantenpapier en lappen stof dikke lagen olieverf uit. Als je naar de schilderijen kijkt, zie je de brede banen lopen die hierdoor ontstonden. Tot vorig jaar kwamen de werken regelmatig in beeld bij bijvoorbeeld het Journaal, achter de debatterende leden van de Tweede Kamer. De felle kleuren spatten van het beeldscherm af.

In het Binnenhofcomplex zijn ongeveer zestig kunstwerken uit de Rijkscollectie Percentageregeling. De schone taak aan de sectie Kunst van het RVB, die de collectie beheert, om al deze kunstwerken veilig te stellen tijdens de jarenlange renovatie. De beroemde schilderijen van Van de Wint vallen hier ook onder. Zij blijven tijdens de verbouwing hangen. Ze zijn namelijk te groot en te kwetsbaar om te verplaatsen. De sectie Kunst laat ze eerst onderzoeken. Daarna weten ze hoe ze de schilderijen het beste kunnen inpakken om ze ter plekke te beschermen.

Percentageregeling

Rudi van de Wint noemde zijn werken 'De oneindige ruimte'. De opdracht had hij gekregen van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), via de Percentageregeling beeldende kunst. Sinds 1951 besteedt het RVB een percentage, tussen de 0,5 en 2 procent, van het budget aan kunst. Dit geldt voor bouw, verbouw of renovatie boven een miljoen euro. De teller staat nu op zo'n 5.000 kunstwerken en daarmee is het RVB de grootste opdrachtgever voor beeldende kunst in Nederland.

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

09.30 uur: De plannen

Hoe gaat zo’n kunstonderzoek in zijn werk? Vandaag komt Saskia Smulders van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed langs. Ze stapt de plenaire zaal binnen met haar bouwhelm op en legt haar plan uit: 'Ik ga vanuit de hoogwerker een werk van boven bij het plafond tot onder aan de plint met het blote oog inspecteren, om te kijken of ik verschillen zie in de mate van vervuiling. En ik ga twee of drie monsters nemen, verfdwarsdoorsnedes van ongeveer 1 bij 1 millimeter.' De monsters zullen Smulders meer vertellen dan ze met het blote oog aan de buitenkant kan zien. Het is niet nodig om van alle schilderijen dwarsdoorsnedes te gaan nemen, aangezien de opbouw van alle werken vergelijkbaar is. Tijd om van dichtbij de juiste kandidaten te selecteren.

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

09.45 uur: De hoogwerker in

Als je door de plenaire zaal loopt, moet je je hoofd in je nek leggen om de schilderijen helemaal te kunnen zien. Zeven meter hoog zijn ze en twee of vijf meter breed. In totaal vijf paren in de knallende kleurencombinaties rood, oranje, donkerpaars, blauw en geel. Elk paar bestaat uit een smal en een breed schilderij. Tussen de panelen vind je bijvoorbeeld de deur waardoor de ministers de zaal binnenkwamen.  Smulders: 'Dit zijn goede plekken om monsters te nemen. De zaal werd druk bezocht en omdat de schilderijen open en bloot hangen, zonder beschermende koordjes zoals in een museum, zijn ze hier en daar beschadigd. Ook zullen ze wel vies zijn na al die jaren, met veel stof op de bovenkant.' Dus hup, de hoogwerker in.

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

10.00 uur: Dikke lagen verf gespot

Smulders vanaf boven: 'Zie je dat reliëf op het schilderij? De kunstenaar heeft hele dikke lagen verf gebruikt. De buitenkant van de verf is hard, maar ik wil ook graag weten hoe de verf er aan de binnenkant aan toe is. Wanneer je de schilderijen gaat inpakken, verandert de omgevingssituatie zoals de temperatuur, de luchtcirculatie en de luchtvochtigheid. Bij een instabiele conditie kan dit van invloed zijn op de werken' Een stuk bubbelplastic eromheen is in ieder geval geen optie, omdat het gebrek aan ventilatie de schilderijen flink zou kunnen beschadigen.

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

10.15 uur: Extreem groot monster

Genoeg gekeken. Het is tijd om de instrumenten erbij te halen. 'Voor een dwarsdoorsnede zoek ik een plek waar alle lagen verf zitten. En ik wil er een beetje makkelijk bij kunnen, bijvoorbeeld bij een rand.' Ze pakt haar scalpel - hetzelfde mesje waarmee chirurgen opereren - en wipt een paar millimeter van het doek af. En? 'Het is een extreem groot monster voor mijn doen. Bij een kleiner schilderij neem ik een veel kleiner monster. Ik moest mijn scalpel er echt recht inzetten om het los te krijgen omdat het een heel dik verflagenpakket is. Maar deze werken zijn zo groot en het monster komt van boven, dus dat zie je niet hoor.'

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

10.35 uur: Vingervet

Wanneer ze weer met beide benen op de grond staat, bekijkt Smulders de onderkant. Door de deur ernaast kwamen de ministers binnen. De kans op vervuiling is hier groot. 'Als je langs het schilderij kijkt, zie je in het strijklicht een grijze waas van stof op de verfpuntjes liggen', wijst Smulders aan. De mate van vervuiling zal ook terug te zien zijn in de monsters. 'Zeker bovenop de schilderijen zit het stof echt goed vast. Vervuiling komt trouwens ook veel voor op handhoogte waar mensen met hun handen langs het doek hebben gelopen. Vingervet dus, ik ben er geen fan van', lacht ze.

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

10.45 uur: Krassen

Smulders inspecteert de doeken grondig. 'Ze zijn hier en daar beschadigd, maar het valt me echt mee. Zeker voor een zaal die zo intensief is gebruikt. Zie je hier die verfpuntjes? De bovenste laagjes verf zijn heel hard en bros. De lagen eronder zijn echt nog een beetje elastisch. Wanneer je tegen de puntjes aanloopt, breken ze af.' Even verderop, bij de deur tussen twee schilderijen, ziet ze krassen op het werk zitten. Het zou toch niet van een koffiekar komen? 'Normaal zou zo’n beschadiging een mooie plek zijn om een monster te nemen. Maar op dit stuk van het doek zitten niet alle kleuren verf en die heb ik wel nodig voor mijn onderzoek.'

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

11.35 uur: Onder de loep

Bij een ander schilderij dat ook beschadigd is, ziet Smulders hoe de verflagen loskomen van de zwarte ondergrond. Die is een stuk harder dan de meer elastische verf die erop zit. 'Ik wil het zwart graag in kaart te brengen. Het is waarschijnlijk een voorbewerking van het doek geweest. Is het een tussenlaag op het doek? Zijn er meerdere lagen?' Smulders haalt aan de zijkant van het schilderij een stukje van het doek af. Ze tovert een microscoopje uit haar tas en bekijkt het ter plekke: 'Ja hoor, wit doek met een zwarte tussenlaag.'

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

11.45 uur: Op zoek naar lijm

De schilderijen bestaan uit doeken die op houten panelen zijn gelijmd. Smulders moet achterhalen welke lijm gebruikt is, wat de conditie van de lijm is en hoe goed het doek nog hecht aan de panelen. Deze analyse is belangrijk om een eventueel klimaatrisico te kunnen inschatten. Voorkomen moet worden dat klimaatschommelingen tijdens de renovatie de schilderijen aantasten. Ze bekijkt de rand van het doek. 'Tussen het doek en de wand zie ik wat lijmresten zitten. Een hele uitdaging om hier een monster van te nemen. Ik kan wel gaan krabben, maar ik moet het ook ergens in zien op te vangen.' Smulders duwt een klein papieren bakje in de gleuf tussen wand en doek, waarna ze met een scalpel een stukje lijm van de zijkant schraapt. Mooi, weer een monster te pakken.

Vergroot afbeelding
Beeld: Erik Jansen

12.00 uur: Op een rij

Alle monsters zijn genomen en gaan mee naar het lab voor verder onderzoek. 'Na vandaag kan ik al wel zeggen dat de doeken in goede conditie lijken te zijn.' En dat wil het Rijksvastgoedbedrijf graag zo houden. De volgende stap is dan ook de juiste bescherming om de doeken aanbrengen, voordat de werkzaamheden in de zaal beginnen. Smulders: 'Als er bijvoorbeeld veel bouwstof in de plenaire zaal rond dwarrelt, komt dat allemaal in de open structuur van het verfoppervlak terecht. Kun je je voorstellen hoe grijs de werken er dan uitzien?'