Young Innovator: 'Een gebouw is geen eiland'
De eerste huizen staan al op het oude bedrijventerrein de Binckhorst in Den Haag. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft er twee kantoren gekocht. Architect Nadia Pepels onderzocht hoe die panden kunnen bijdragen aan het leven in de wijk. 'Mensen zijn participatiebeu.'
De Binckhorst is een oud en winderig industrieterrein aan de oostelijke rand van Den Haag, naast de A12 en het spoor. Over vijf jaar staan er vijfduizend nieuwe woningen. Een handjevol mensen woont er inmiddels al. 'Industriegebieden omvormen tot plekken waar wonen en werken samenkomen, is een nieuwe vraag die steeds vaker opkomt', vertelt architect Nadia Pepels in een tijdelijk koffietentje aan de Regulusweg, de noordoostelijke grens van de Binckhorst. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft er eind 2021 twee panden gekocht waar in de toekomst ambtenaren gaan werken: de Haagse Veste IV en de Grote Beerstraat 34.
Young Innovators
Pepels was het afgelopen jaar één van de acht Young Innovators. Dat is een jaarlijks programma van het College van Rijksadviseurs dat jonge, talentvolle architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten koppelt aan ruimtelijke opgaven. Pepels stortte zich onder begeleiding van Rijksbouwmeester Francesco Veenstra op de vraag hoe de twee RVB-panden kunnen bijdragen aan een levendige Binckhorst. Om een goed advies te kunnen geven, keek Pepels eerst naar het gehele gebied. 'Ik ben de buurt ingetrokken om al tekenend de sociale ecologie in kaart te brengen', legt ze uit. 'Zo laat ik de activiteiten en de gemeenschappelijke leefwereld van de wijk zien: wie zitten er, wat doen ze en welke identiteit geven ze aan deze plek? De tekening is geen complete kaart, maar een bepaald perspectief waarmee ik de bestaande kwaliteiten van het gebied laat oplichten.' De tekening is een proces, ‘net als de stad’, zegt ze. ‘Het met de hand tekenen, maakt de kaart voor een breed publiek leesbaar en staat open voor reflectie.’
Participatiebeu
Het gesprek met de bewoners en betrokkenen vindt Pepels belangrijk. 'Mensen zijn participatiebeu', zegt ze. 'Waar het vaak mis gaat is dat aan de voorkant wat wordt bedacht en dat het als een valse keuze bij de omwonenden wordt neergelegd. Als je nou begint met vragen wat mensen nodig hebben en waar ze zich zorgen over maken, kun je een veel gerichter plan maken waar zij achter staan. Zij zijn ook expert van de plek, dat geeft inzicht. Veel mensen staan niet onwelwillend tegenover veranderingen in hun omgeving, als ze maar serieus genomen worden.' Met haar manier van werken wil zij die inspraak helemaal vooraan in het proces ophalen.
De tweede laag
Met de eerste tekeningen onder de arm trok ze nog een keer de buurt in. Ze sprak met betrokkenen, omwonenden, ondernemers en experts over hun behoeftes, wensen, zorgen, belangen en ervaringen. Die tekende ze als een tweede laag op haar tekening.
'Tijdens die gesprekken kom je erachter hoeveel dingen er spelen op verschillende niveaus in zo’n wijk. Makers zijn bang dat ze hun werkruimtes verliezen. Nieuwe bewoners en bedrijven hebben behoefte aan groene en gezellige verblijfsplekken, en aan verkeersveilige, kindvriendelijke fiets- en wandelpaden.'
Een andere wens die ze optekende, is een aansluiting op Voorburg op dit gebied. Vanuit de koffietent aan de Regulusweg, pal naast het door RVB gekochte Haagse Veste IV, kijk je namelijk tegen Voorburg aan. Hemelsbreed 100 meter, maar de A12 en het spoor scheiden de twee werelden. Een goede aansluiting is volgens Pepels goed voor het gebied. Maar concrete plannen van de gemeente om die verbinding te maken, zijn er nog niet.
Maatschappelijke programma’s op kantoor
Pepels heeft de wensen, ideeën en behoeften vertaald naar een advies voor de RVB-panden. Tijdens een rondleiding door de Haagse Veste, laat Pepels het oude auditorium zien en legt uit wat de panden voor de omwonenden kunnen betekenen. 'De gebouwen van het RVB bieden allerlei mogelijkheden om in de toekomst plek te bieden aan maatschappelijke programma’s uit de wijk, zoals in dit auditorium. Je kunt plek bieden om evenementen te organiseren in jouw kantoor. Door ruimtes te ontwerpen voor meervoudig gebruik op geschikte plekken in het gebouw, kun je het gemeenschappelijke belang dienen en kwaliteit toevoegen aan de omgeving.'
Gebouw is geen eiland
Volop mogelijkheden dus, die ze ook heeft verwerkt in haar uiteindelijke onderzoeksverslag. Met haar voorstel laat ze de gebouwen, organisaties en de omgeving op elkaar aansluiten: ‘Een gebouw is geen eiland, je moet veel meer denken in weefsels en netwerken. Ik kijk naar de natuur voor inspiratie en dan zie je dat het welzijn van die ene boom samenhangt met wat er allemaal omheen gebeurt. Bij een grillige grens is de kans op verbinding groter. ’
Pepels vond haar opdracht voor Young Innovators een geweldig traject. ‘Ik kreeg ruimte om mijn eigen proces vorm te geven. Ik hoop dat het iets bijdraagt aan de ontwikkeling van de gebouwen en het hele gebied.’ Ze was blij met de samenwerking met het RVB. ‘Met het stedenbouwkundige team en de portefeuillemanager ben ik op zoek gegaan naar de maatschappelijke waarde van het RVB in dit gebied. En die heb ik ook verbeeld.’