De Chinese gordijnen van het woonpaleis van koning Willem-Alexander en koningin Máxima waren te kwetsbaar geworden voor gebruik. Het monumentale interieur is eigendom van het Rijk en valt onder het beheer van het Rijksvastgoedbedrijf. ‘Ons uitgangspunt was om de sfeer te behouden.’
Het vervangen van gordijnen klinkt als een eenvoudige klus. Niets is minder waar wanneer het gaat om Chinese zijden gordijnen uit een monumentaal interieur. En als ze hangen in Paleis Huis ten Bosch. Julia Hennig, monumentenadviseur bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), was vanaf het begin nauw betrokken bij deze operatie: ‘Mijn rol? Je kunt me zien als de advocaat van het monument. Het is verleidelijk om in deze kamer contrasterende gordijnen te maken, iets moderns dat lekker opvalt. Maar dat zou de eenheid van het oorspronkelijke interieur verscheuren. Ons uitgangspunt was om de sfeer van de kamer te behouden.’
Vorstelijk cadeau
In 1791 kregen de toenmalige bewoners prins Willem V van Oranje en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen grote hoeveelheden zijden stoffen uit het Chinese Guangzhou cadeau. Op de crèmekleurige zijde waren taferelen geborduurd zoals spelende kinderen, wandelende dames en boeren in rijstvelden, omringd door natuur. Chinese kunst en interieurstijlen waren in die tijd in de mode. Het echtpaar liet meerdere ruimtes inrichten in Chinese stijl en met al die meters zijde lieten ze gordijnen maken en bijbehorende stoelen, banken en haardschermen bekleden.
Passend ontwerp zoeken
Na eeuwen dienst te hebben gedaan, waren de gordijnen te kwetsbaar geworden en niet meer te restaureren voor gebruik. Tijd voor nieuwe dus, en dan? ‘Als beheerder zorgt het RVB voor een nieuw ontwerp, in samenwerking met de Dienst Koninklijk Huis en atelier Rijksbouwmeester. Daarbij is het belangrijk dat de eenheid in de zaal niet verloren gaat. En je wilt dat in de nieuwe gordijnen de geest van het originele geschenk uit China voortleeft. We hebben bij de nieuwe ontwerpen dus goed gekeken naar wat past in deze monumentale ruimte in Chinese stijl’, vertelt Hennig.
Strijd tegen water
Ontwerpster Liesbeth Stinissen sloeg de spijker op zijn kop. Ze liet zich inspireren door het originele ontwerp van de Yangtze Delta met Chinese figuren in de natuur. Hennig: ‘Nederland is ook een delta en de nieuwe gordijnen vormen een landkaart van ons land. Je ziet typisch Nederlandse voorstellingen, bijvoorbeeld geïnspireerd op de strijd tegen het water. Veel bruggen, die ook symbool staan voor verbinding tussen mensen en culturen. Hiervoor hebben we natuurlijk toestemming gevraagd aan de architecten en Rijkswaterstaat vanwege het auteursrecht.’
Chinese flora
Het TextielLab, de professionele werkplaats van het TextielMuseum, borduurde machinaal het basisontwerp. Dit scheelde tijd én het laat de mogelijkheden van moderne borduurtechnieken zien. Ruim 150 vrijwilligers borduurden bloemen en bladeren, die ook voorkwamen op de originele gordijnen, op borduurraampjes. Deze motieven zijn vervolgens uitgeknipt en op de gordijnen gezet. ‘In eerste instantie voelde het vreemd om Chinese natuur bij Nederlandse taferelen af te beelden. Maar de ontwerpster overtuigde me: planten die nu heel gangbaar zijn in Nederland, zoals de pioenroos en stokroos, komen oorspronkelijk uit China’, legt Hennig uit.
Nieuw erfgoed
Het terughangen van de gordijnen is ook een klus voor het RVB, waar Hennig bij aanwezig was. Tevreden met het resultaat? ‘Jazeker. Het is goed gelukt om een ontwerp te laten maken dat dienend is aan de ruimte én de eenheid bewaart. Op het eerste gezicht valt het namelijk niet op dat de gordijnen modern zijn. Pas als je goed kijkt, zie je de Nederlandse gebouwen. Hiermee is er een mooi nieuw stukje cultureel erfgoed toegevoegd aan de monumentale kamer.’