Studenten onderzoeken koetshuis van monumentale villa Aardenburg
Niets is zo leerzaam als de praktijk bij het bestuderen van vastgoed. En met de omvangrijkste vastgoedportefeuille van Nederland heeft het Rijksvastgoedbedrijf genoeg praktijkvoorbeelden. Dat komt goed van pas voor de studenten Bouwhistorie en Restauratie.
Het zonnetje schijnt flauwtjes wanneer zo’n 30 studenten Bouwhistorie en Restauratie van de Hogeschool Utrecht zich verzamelen in Doorn. Vandaag voeren ze visueel onderzoek uit aan het koetshuis van de monumentale villa Aardenburg. Het Rijksvastgoedbedrijf gaat het pand in opdracht van Defensie renoveren. ‘De studenten nemen de constructie van het gebouw op en de schade. Dit verwerken ze vervolgens tot een bouwtechnisch rapport met een constructieve analyse. Ik ben er om hen te helpen kijken: waar moet je op letten en wat zijn de zwaktes van het gebouw?’, verklaart opleidingscoördinator Jeroen Twisk hun bezoek.
Bijdragen aan opleiding
Villa Aardenburg is het monumentale kantoorgebouw van het naastgelegen Militair Revalidatie Centrum. Het Rijksvastgoedbedrijf beheert en renoveert Defensievastgoed, waaronder ook de villa uit 1865 en het bijbehorende koetshuis. De gerenoveerde villa is onlangs opgeleverd waarna het koetshuis zal volgen. Tot die tijd stelt het Rijksvastgoedbedrijf het koetshuis graag ter beschikking als studieobject, vertelt Lieke Reusken-Gordijn, hoofd sectie Monumenten & Kunst: ’We leveren graag een bijdrage aan het opleiden van studenten in het vak van Erfgoed. Veel collega’s, en vast ook aankomende collega’s, hebben deze studie gedaan, dus we kennen de opleiding goed. De ervaring van de praktijk, dus daadwerkelijk op locatiebezoek, heb je naast je theoretische studie echt nodig.’
Twisk is het daarmee eens: ‘Vanuit de opleiding vind ik het noodzakelijk dat studenten in aanraking komen met praktijkvoorbeelden en niet alleen met PowerPoints tijdens college. Vandaag kunnen we samen het gebouw aanraken en van dichtbij bekijken. Als opleiding komen we alleen aan dit soort studieobjecten via organisaties die monumenten beheren of in eigendom hebben. En vanwege zijn enorme vastgoedportefeuille is het Rijksvastgoedbedrijf daarin een belangrijke speler.’
Uitzonderingen in de praktijk
Het is de tweede keer in een paar weken tijd dat de studenten het koetshuis bekijken. Student Mark Schutrups is hier om de puntjes op de i te zetten. ‘De eerste keer kwamen we hier om de schade op te nemen en de constructieve samenhang te omschrijven. Maar ik was eigenlijk wel een beetje overweldigd door alle informatie. En toen ik thuis mijn aantekeningen zat te verwerken, kwamen de vragen. Hoe zat de spantconstructie bijvoorbeeld in elkaar? Daar kan ik vandaag nog een keer goed naar kijken.’
En is de praktijk anders dan de theorie? ‘In principe klopt het natuurlijk wat we leren. Maar er zijn ook altijd uitzonderingen en die kom je juist tegen in de praktijk, zoals bij de dakconstructie van dit koetshuis.’ Schutrups volgt de deeltijdopleiding naast zijn werk als werkvoorbereider-calculator bij een renovatie-aannemer. Dit schadeonderzoek is toch wel andere koek. ‘Ik leer hier echt anders kijken. Op mijn werk renoveren we geen monumentale gebouwen maar rijtjeshuizen. Iets is al snel oude rommel wat we eruit halen en vervangen.’
Weggezakte fundering
Studente Martine Vink werkt voor een restauratieaannemer. De theorie uit de studie kan ze direct voor haar werk gebruiken en ook van de praktijk leert ze veel. ‘We begonnen met een schadeopname en analyse van het hele pand. Nou, dat bleek al snel te veel. We hebben ons nu beperkt tot de oude stalruimte, de cellenblokken hierachter en de complete gevels.’
Vandaag is ze terug om goed te kijken wat er in het pand gebeurt en wat het effect daarvan is op de buitengevel. ‘Er zitten scheuren in de muur, kijk maar. Is daar een directe aanleiding voor? Is er misschien iets met de fundering? We hebben waterpassingen gedaan om te meten hoe recht de gevel is en of het ergens wegzakt. We denken dat sommige delen anders gefundeerd zijn dan het hoofdgebouw, waardoor er scheuren zijn ontstaan na verzakkingen. Maar we geven geen oplossing voor het probleem. Anders wordt de opdracht te groot!’
Wanneer de studenten in hun tweede jaar zitten, kiezen ze een pand uit om helemaal te onderzoeken en op af te studeren. Wie weet ziet het RVB hen dan weer terug in Doorn of bij één van de andere monumentale panden uit de portefeuille.