Het zichtbare verleden van de slavernijgeschiedenis

1 juli vindt de Nationale Herdenking Slavernijverleden plaats. Ook voor het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) een dag om bij stil te staan. Samen met Sint Eustatius werkt het RVB aan monumentaal erfgoed: ‘Fort Oranje is gebouwd door tot slaaf gemaakten. Dit verhaal ontbrak.’

Het Caribische eiland Sint Eustatius was één van de plekken waar de Europese slavenschepen uit Afrika aan land kwamen. Midden in fort Amsterdam stond een gebouw van 2 verdiepingen met lange galerijen. Onder werden de tot slaaf gemaakte mannen gevangengezet en boven de vrouwen. Hier was ook de markt voor de doorverkoop, naar plantages in de rest van het Caribisch gebied en Amerika. ‘Na de afschaffing werd slavernij een taboe en is dit fort met opzet verwaarloosd om de geschiedenis weg te stoppen. Het enige wat overgebleven is, is een ruïne’, vertelt Raimie Richardson.

Vergroot afbeelding Rede van het eiland Sint Eustatius in de 18e eeuw
Beeld: Nationaal Archief
Gezicht op Sint Eustatius uit 1779
Vergroot afbeelding Erfgoedadviseur Raimie Richardson Openbaar Lichaam St. Eustatius (OLE)
Beeld: ©Rijksvastgoedbedrijf / Vanessa Rousse
Raimie Richardson, erfgoedadviseur op Sint Eustatius

Richardson is erfgoedadviseur en -inspecteur bij het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE). Het eiland is één van de drie Bijzondere gemeenten binnen ons Koninkrijk. Hij werkt nauw samen met het  RVB. Want fort Amsterdam en het nabijgelegen fort Rotterdam mogen dan aan de oceaan zijn overgeleverd, fort Oranje, met het naastgelegen Government Guesthouse, staat er nog wel. Ze worden beheerd door het RVB en zijn toe aan een opknapbeurt.

‘De slavernijgeschiedenis van fort Oranje en het Government Guesthouse brengen we nu in kaart. Ze zijn namelijk oorspronkelijk gebouwd en onderhouden door tot slaaf gemaakten. Dit verhaal ontbrak tot nu toe bij deze monumenten’, aldus Richardson.

Slotgracht vol giftige planten

De Nederlanders lieten fort Oranje bouwen in de 17e eeuw. Vanwege de strategische ligging kwam Sint Eustatius in handen van verschillende Europese landen, totdat het in 1816 weer Nederlands werd. Al die invloeden zijn terug te zien in het monumentale fort, evenals de 20e-eeuwse restauraties. Marleen Greil, monumentenadviseur van het RVB: ‘We werken hier nauw samen met de gemeente, waaronder met Raimie Richardson. Wij maken plannen voor het groot onderhoud in samenspraak met het Openbaar Lichaam, dat ook klantwensen meegeeft.’

Vergroot afbeelding Erfgoedadviseur Raimie Richardson (OLE) en monumentenadviseur Marleen Greil (RVB) bij de kantelen van Fort Oranje op Sint Eustatius
Beeld: Vanessa Rousse
Raimie Richardson en Marleen Greil bij de kantelen van fort Oranje

Het fort heeft op het eiland altijd de rol gehad van een afgesloten vesting met eromheen een slotgracht. Omdat water van de klif zou stromen, stond de gracht vol giftige planten. ‘Het fort was altijd in handen van de overheersers, nooit van de Statianen’, vertelt Richardson.

‘Nu heeft het fort een overheidsfunctie met kantoren die om 17.00 uur sluiten. Dat helpt niet voor de leefbaarheid van de stad. Wij kijken daarom samen met het RVB hoe we het terrein uitnodigend kunnen maken voor Statianen en hier tegelijkertijd de slavernijgeschiedenis dichter bij hen kunnen brengen door informatie en verhalen te delen.’

Bouwstijl van de macht

De heersende macht nam zijn bouwstijl mee en het fort heeft nog veel oorspronkelijke, Nederlandse elementen. Richardson: ‘Typisch voor de oud-Nederlandse vestingstijl zijn de grote poortdeuren waarbinnen een kleinere deur zit.’ De materialen die gebruikt werden bij de bouw en het onderhoud, kwamen ook deels uit Nederland. Greil: ‘De schepen namen dakpannen en ijsselsteentjes, kleine gele baksteentjes, mee als ballast. Dakpannen braken te vaak aan boord dus daar zijn ze snel mee gestopt. Maar met de IJsselsteentjes bouwden de tot slaaf gemaakten hier hele muren, zoals bij de poort, want bakstenen waren er niet.’

Vergroot afbeelding Heritage inspector Raimie Richardson (OLE), monumentenadviseur Marleen Greil (RVB) en objectmanager Dennis Stratermans (RVB) naast de voormalige gevangenis van Fort Oranje op Sint Eustatius
Beeld: ©Rijksvastgoedbedrijf / Vanessa Rousse
Raimie Richardson vertelt Marleen Greil en objectmanager Dennis Stratermans (RVB) over de handgemaakte 'bitch stones' in de muur

Het grootste deel van de bouwstenen werd echter door de tot slaaf gemaakten vervaardigd. Richardson: ‘De Statiaanse toevoeging aan deze periode zijn de met de hand gesneden en met watermolens afgezaagde kaarsrechte natuurstenen. Je ziet ze nog terug op bogen bij ingangen. Omdat het zo’n hels karwei was om ze glad te krijgen, noemden de tot slaaf gemaakten dit bitch stones. Statia stond bekend om het vakmanschap van deze stenensnijders en metselaars en vandaag de dag zijn de metselaars op het eiland vaak nazaten van deze ambachtslieden.’

Onderhoudsplannen

Het toekomstige onderhoud bestaat vooral uit herstelwerk aan gebouwen en materialen, schilderwerk, het opknappen van gevels, daken en interieurs en verbeteren van diverse installaties. Greil: ‘We kijken bijvoorbeeld of de 8 aircokasten, die ook het monumentale aanzicht van het Government Guesthouse aantasten, vervangen kunnen worden door een centraal systeem en betere isolatie. De Eilandraadzaal is nu niet gekoeld en met de ramen open waaien de papieren van tafel. Geen goede werkplek dus, terwijl dit een belangrijke ruimte is.’

Vergroot afbeelding Government Guesthouse Sint Eustatius
Beeld: ©Rijksvastgoedbedrijf / Vanessa Rouse
Government Guesthouse, met airco's

Bij de planvorming moet het RVB wel rekening houden met de locatie van het eiland. ‘Er is geen bouwmarkt of leverancier. Als de airco uitvalt kan het weken duren voordat de nieuwe onderdelen aankomen dus wat is dan plan b? En hoe duurzaam is het eigenlijk wanneer duurzame isolatiematerialen eerst helemaal uit Nederland moeten komen? Die afwegingen nemen we ook mee.’

Klimaatadaptatie speelt ook een rol bij het onderhoud. ‘We willen bij het fort bijvoorbeeld de buitenruimte weer voorzien van bomen in de reeds bestaande boomvakken want dan wordt het koeler. En we knappen de cisterns, de wateropslagbakken, op. Hier komen al eeuwenlang de regenpijpen op uit. Erg belangrijk want er is geen zoetwaterbron op het eiland’, aldus Greil.

Monument slavernijverleden

Het RVB maakt niet alleen onderhoudsplannen voor de monumentale gebouwen en de buitenruimten maar ook voor de objecten die onderhoud nodig hebben, zoals herdenkingstekens. Richardson: ‘We hebben alleen geen centrale herdenkingsplek voor het slavernijverleden en ik hoop dat dat bij fort Oranje gerealiseerd zal worden. Dit historische centrum hebben wij Statianen namelijk aan onze voorouders te danken. Zij moesten dit bouwen en onderhouden, onder de meest gruwelijke omstandigheden.’

Vergroot afbeelding Monument Michiel de Ruyter Fort Oranje Sint Eustatius
Beeld: ©Rijksvastgoedbedrijf / Vanessa Rouse
Obelisk van Michiel de Ruyter op het Terreplein van fort Oranje

Richardson waardeert de omgang met de sensitiviteit van het slavernijverleden. ‘De samenwerking met het RVB voelt als een gedeelde verantwoordelijkheid. Er is zowel interesse in de gebouwen als in de lokale geschiedenis erachter. En het RVB kiest ervoor om de lokale kennis te benutten. Zo kijken we samen naar dit monumentale erfgoed.’

Bekijk ook de video met Raimie Richardson

Raimie Richardson, erfgoedadviseur en erfgoedinspecteur bij Openbaar Lichaam Sint Eustatius, vertelt over het zichtbare verleden van de slavernijgeschiedenis op het eiland, waaronder Fort Oranje en het Government Guesthouse.

(Een kalme zee vanuit de lucht. In de verte ligt een vulkaaneiland. Op het eiland klimt een pad steil omhoog. De vlag van Nederland en die van Sint Eustatius wapperen in de wind. Boven aan een bordje staat 'Slave Path'.)

INGETOGEN MUZIEK

(Een man komt aanlopen bij een verdedigingsmuur. Hij luidt een bel. Raimie Richardson zit op een bankje:)

RAIMIE RICHARDSON: Door deze gebouwen en monumenten hier in de stad
was ik altijd een beetje nieuwsgierig van: waarvoor werden ze gebruikt?
Door wie zijn ze gebouwd? En welke functie hadden deze gebouwen?
En vanuit daar ben ik dus dan geschiedenis gaan studeren,
de geschiedenis van het verleden en meer willen weten eigenlijk.
Sint Eustatius is een heel bijzonder eiland, gezien ook de ligging.
Het eiland is natuurlijk gekoloniseerd door de Spanjaarden, de Fransen,
maar daarna kwamen de Nederlanders heel vroeg
en die hadden dus dan vanuit Zeeland het eiland gekoloniseerd.
Handel was echt de soort drijvende kracht van zo'n eiland
en vandaar dat het ook de Golden Rock werd genoemd.

(Op de binnenplaats van Fort Oranje staan kanonnen opgesteld. Op een monument staat de tekst: Ter herinnering aan het verblijf van Michiel Adriaansz de Ruyter van 11 tot 17 mei 1665 op Sint Eustatius.)

DE INGETOGEN MUZIEK SPEELT VERDER

Het was een soort blank canvas, in alle gebouwen die neergezet werden,
alle forten, ook met het nabije Fort Oranje, dat hier ligt.
Maar heel veel gebouwen in de historische kern van Oranjestad
zijn door de tot slaaf gemaakte mensen gebouwd.
Het Government Guest House is een heel interessant gebouw.
Het is een gebouw op een plek die al vaak is getekend.
Dus op de eerste zeezichten,
op de eerste kaarten op het ruimtelijke ordeningsplan van 1720
zie je altijd het Governmentsgebouw.
Het Government Guest House was echt de ontvangstplek
en boven was dus dan het verblijf van de gouverneurs van Curaçao
of van Suriname of van de Franse eilanden.
Het gebouw hier op het terrein was ook de plek
waar men de doodstraf kreeg of werd veroordeeld.
Dus vanuit deze plek had je dan het torentje
en in het torentje werd dan je oordeel uitgesproken door de gouverneur
en daarna ging je via het slavenpad naar het einde
waar je dus opgehangen werd in Gallows Bay, vandaar.

(Toeristen dalen het steile pad af.)

We staan nu bij het slavenpad, ook bekend als Baypath,
een van de oudste bestrate wegen op heel Sint Eustatius,
en het was vroeger ook de enige verbinding tussen de benedenstad en de bovenstad.
Het heet ook het slavenpad omdat tot slaaf gemaakte mensen
moesten met die handel die op het eiland bleef,
al die middelen zonder ezel, zonder de hulp van paarden,
moesten ze met z'n allen al die zware materialen naar boven tillen en sjouwen.
Maar je kan je wel voorstellen dat je dus dit heel steile pad oploopt
met alle spullen die je nodig had voor de baas of voor de gouverneur
of voor op de plantage hier in de bovenstad.
En dat deed men echt vanaf de zee, hier in de achtergrond, bij de warenhuizen.
Echt, met dit pad helemaal omhoog, echt hand in hand met de spullen.

(Een schip ligt voor anker in de buurt van het eiland. Op een verhoging voor een groep palmbomen staat een kanon.)

DE INGETOGEN MUZIEK SPEELT VERDER

Fort Oranje is ook echt een vestingstad geweest,
echt een soort vesting binnen de stad
en al die gebouwen die je hier ziet, hebben altijd een functie gehad.
Dus je hebt bijvoorbeeld de gevangenis.
Het grootste gebouw was dat van de regering, de eilandsraad.
Dus Fort Oranje heeft altijd een belangrijke positie gehad in de maatschappij,
maar ook voor het geloof.
De eerste Nederlandse Hervormde Kerk heeft ook hier plaatsgevonden.

(Van de kerk staan enkel nog de buitenmuren en de toren overeind.)

DE INGETOGEN MUZIEK SPEELT VERDER

Men was niet alleen op plantages,
maar tot slaaf gemaakte mensen op Sint Eustatius
waren ook de metselaars en de smeden, dus die moesten echt dit werk doen.
Dus het fort heeft heel veel verschillende kenmerken uit verschillende tijdperken
en één voorbeeld is de gevangenis, de prison, uit 1895.
En wat bijzonder is aan dit stuk, is: we weten precies wie dit heeft gebouwd.
Een van de bekendste metselaars, een tot slaaf gemaakte man
met de achternaam Timber,
die heeft dus dan dit echt helemaal gemetseld.

(Hij staat bij een muur.)

Je kan je het eigenlijk niet voorstellen, maar zo'n bel staat er op deze plek...
Sinds de bouw van Fort Oranje heeft er altijd een bel hier gestaan.
Deze bel werd geluid 12 juni 1848
toen de slavernij-opstand hier 200 meter vandaan plaatsvond
onder gouverneur Johannes de Veer.
Als je kijkt naar de geschiedenis, er wordt altijd een verhaal verteld,
verhalen van mensen, verhalen voor cultuur, het verhaal van de overheerser.
Heel vaak wordt er gezegd dat geschiedenis geschreven is door de overwinnaars.
Dat is zeker waar.

(Op een plein naast de kerkruïne staat een grote boom met groene bladeren.)

DE INGETOGEN MUZIEK SPEELT VERDER

Hier in Oranjestad,
overal waar je op Sint Eustatius loopt,
zie je het verleden, je raakt het aan, het is tastbaar.
Als je in je tuin graaft, vind je wat,
is het nou een pijp of zijn het de bekende blauwe kralen.
Rubies zijn nog steeds heel erg zichtbaar.
Heel veel mensen hebben ze om als ketting.
Ze zijn natuurlijk gemaakt in Amsterdam,
maar je vindt heel veel rubies nog op het eiland na een storm.
En natuurlijk werd er gezegd dat op de dag van de emancipatie op 1 juli 1863
de tot slaaf gemaakte mensen hun rubies in zee gooiden.
Dus je moet je voorstellen: je meest waardevolle bezit,
in de tijd van de slavernij, dat voor jou echt van belang was om te houden,
op de dag dat je vrij bent, gooi je dat in zee.
Dat vind ik een heel mooie symboliek.

(Kleine golven met witte koppen rollen naar de rotsachtige kust. De donkerblauwe kleur van de zee steekt af tegen al het groen op het vulkaaneiland.)

DE INGETOGEN MUZIEK SPEELT VERDER

Hier op zo'n eiland betekent het voor mij en de bevolking ook van:
ja, wij willen meer weten over ons verleden.
En ja, we kunnen dus dan de koloniale gebouwen, zeg maar,
of wat men koloniaal noemt, kunnen we niet weghalen,
omdat als we dat weghalen
of niet voor het Fort Oranje of het Government Guest House zorgen,
dan gaat onze eigen geschiedenis ook weg en verloren,
want dit gebouw is een testament van dat verleden
en de mensen die deze gebouwen hebben gebouwd.
Dat is hoe ik denk over deze gebouwen in de stad.

(Het beeld wordt zwart.)