Vrouwen achter Nederlandse monumenten
Vrouwen hebben door de eeuwen heen een belangrijke, maar niet altijd zichtbare, rol gespeeld in de Nederlandse bouwsector. Internationale Vrouwendag is een mooi moment om stil te staan bij de bijdrage die een aantal vrouwen hebben geleverd aan het Nederlandse rijksvastgoed.

Adriana Margaretha Huguetan
Al in 1734 drukt Adriana Margaretha Huguetan haar stempel op de Haagse binnenstad. In dat jaar geeft zij opdracht voor de bouw van het iconische Huis Huguetan, waarvoor zij zelf het perceel had aangekocht. Het plan van deze zakenvrouw is om zich te vestigen tussen de Haagse adel. Het kolossale huis aan het chique Lange Voorhout is ontworpen door de beroemde Franse architect Daniël Marot. Het huis heeft een natuurstenen voorgevel met een rijkversierde ingang en is volledig uitgevoerd in Lodewijk XIV-stijl. In 1813 krijgt het de eerste koninklijke bewoner: koning Willem I gebruikt het pand als tijdelijke residentie. Tussen 1819 en 1982 huist hier de Koninklijke Bibliotheek waarna het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) het monument door grondig renoveert. Daarna maakt de Hoge Raad, in afwachting van hun nieuwbouw aan het Korte Voorhout in Den Haag, tot 2016 gebruik van het monumentale pand. Op dit moment is het de tijdelijke huisvesting van de Eerste Kamer.

Helene Kröller-Müller
Helene Kröller-Müller laat haar sporen achter als opdrachtgever van het Jachthuis Sint-Hubertus op de Hoge Veluwe, een gesamtkunstwerk door Hendrik Petrus Berlage. Tijdens de bouw bemoeit Kröller-Müller zich met de gemaakte architectonische keuzes. Zo heeft ze “enkele kleine wenschjes” voor de architect. Wanneer zij in 1918 de bouwplaats bezoekt, komt ze er namelijk achter dat haar zitkamer geen uitzicht heeft op de vijver. Het gevolg is een complete verandering van het ontwerp. Tot op de dag van vandaag torent de iconische toren van het jachtslot boven de Hoge Veluwe uit. Het huis is niet alleen herkenbaar door het gebruik van de betrouwbare Nederlandse baksteen, ook de vorm van het pand is opvallend. Vanaf de lucht lijkt het gebouw namelijk op een hertengewei. Het is een knipoog naar de oorspronkelijke functie van het jachthuis.

Riné Boerée
Riné Boerée, een van de eerste vrouwelijke bouwkundig ingenieurs, maakt in de vorige eeuw naam bij de Dienst der Genie met haar expertise in betonconstructies. Haar officiële functietitel bij de Koninklijke Landmacht is betonspecialiste. Vanuit die hoedanigheid is zij intensief betrokken bij het ontwerp en de bouw van militaire kazernes zoals de Alexanderkazerne en de Frederikkazerne in Den Haag. In haar tijd is Boerée de enige van haar collega’s die zich bezighield met de betonconstructie van de complexen. Zo tekent zij de gewapend betonconstructies en verbreding van de muren op. De belangrijke bijdrage van Boerée levert haar meteen bekendheid op in de sector.

Liesbeth van der Pol
Meer recent vervult Liesbeth van der Pol een belangrijke rol in de vernieuwing van het Scheepsvaartmuseum in Amsterdam. In 2007 is het complex van kelder tot kap toe aan een flinke update. Aanpassingen zijn nodig om de alsmaar groeiende bezoekersstroom aan te kunnen. Een comfortabele ervaring voor bezoekers van het museum staat met de renovatie voorop. Tijdens deze verbouwing is de binnenplaats voorzien van de iconische glazen overkapping. De zelfdragende constructie bestrijkt een oppervlakte van 34 bij 34 meter. Voor het in elkaar zetten van de overkapping zijn 1200 stukken glas in allerlei groottes nodig. Voortaan hoef je niet meer nat te worden door de regen na het kopen van een kaartje bij de balie. In augustus 2008, volgt Van der Pol, Mels Crouwel op als Rijksbouwmeester. Daarmee is zij de eerste vrouw ooit in die positie.