Gloednieuwe toren voor ‘lethargische’ vleermuis

Het oude rijkskantoor de Mandemaat 3 in Assen had twee soorten bewoners: ambtenaren en vleermuizen. Na de sloop kregen de vleermuizen met voorrang nieuwe huisvesting. ‘We hebben een uitvliegcheck gedaan.’

Vergroot afbeelding
Beeld: Beeld: RVB/Jarno Kraayvanger

Nederland is al eeuwenlang een land van spouwmuren. En dat geeft ons land een bijzondere verantwoordelijkheid voor de dwergvleermuis, zegt ecoloog Harper Tromp van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). ‘In Frankrijk bouwen ze huizen met natuurstenen en dan krijg je hele dikke massieve muren. Daar kunnen geen vleermuizen in. Nederland heeft traditioneel veel gebouwd met spouwmuren en dat heeft vleermuizen aangetrokken. De dwergvleermuis is daardoor in Nederland een vrij algemene soort. In andere delen van Europa, komt die veel minder voor.’

Hermetisch gesloten muren

De dwerg- en andere vleermuizen gebruiken de spouwmuren om overdag te rusten en als overwinterplek. Maar de traditionele spouwmuur is in Nederland op zijn retour. Bestaande muren worden opgevuld met isolatiemateriaal. En in de hermetisch afgesloten nieuwbouw is het voor de dwergvleermuis al helemaal zoeken naar een plekje. ‘En het stootvoegje (open ruimte tussen twee bakstenen, red.), dat de vleermuis toegang geeft, is kleiner en kleiner geworden. Die ontwikkelingen kunnen echt een grote ramp worden. Zelf denk ik dat de gevolgen voor de dwergvleermuis mee kunnen vallen. Want hij is heel flexibel. Maar we moeten wel aandacht aan de vleermuizen besteden. Daarom is het echt belangrijk om natuurinclusief te blijven bouwen.’ En dat is precies wat het RVB doet bij de nieuwbouw voor de Mandemaat 3 in Assen. Daar stond tot voor kort een groot kantoor uit de jaren tachtig toen de spouwmuren nog gewoon hol waren. Het was een ideale plek voor de dwergvleermuis en de laatvlieger (een vleermuis die ’s avonds wat later op jacht gaat dan de dwergvleermuis).

Massa winterverblijf

Het bijzondere van het oude kantoor was dat het een - in de taal van ecologen – een ‘massa winterverblijfplaats’ is. Dat is een rustige en vorstvrije plek waar vleermuizen in groten getale ongestoord kunnen overwinteren. Tijdens de winter gaan ze er ‘in lethargie’ en dat houdt in dat de hartslag sterk daalt en de spijsvertering vrijwel stil komt te liggen. Toen duidelijk was dat renovatie van de oude Mandemaat 3 van de baan was en sloop zou volgen, moest het RVB vervangende winterwoonruimte voor de vleermuizen regelen. ‘Je krijgt van de provincie niet snel een ontheffing voor de sloop van een massa winterverblijfplaats. We hebben in de uitvraag dan ook gezegd dat de aannemer met een heel goed compensatieplan moet komen.’

Vergroot afbeelding
De vleermuistoren is onder architectuur gebouwd.

Vleermuizentoren

Wie met de trein Assen binnenrijdt, kan zien hoe dat compensatieplan in baksteen vorm heeft gekregen. Dicht bij het spoor staat een nieuwe toren van ruim negen meter hoog en twee meter breed. Binnenin is het één en al spouwmuur. Dankzij de drievoudige spouw is er altijd een plekje waar de temperatuur voor vleermuizen goed is. En er zijn meer dan genoeg stoot- en lintvoegen waar vleermuizen naar binnen kunnen kruipen. De toren is ruim voor de winter opgeleverd. Hun oude winterverblijf (het kantoor uit de jaren tachtig) is al grotendeels gesloopt. Komende winter gaat Tromp voorzichtig in de toren kijken of de vleermuizen het nieuwe onderkomen hebben ontdekt.

Batdetector

Voor de sloop begon, moest het RVB zich ervan vergewissen dat alle vleermuizen echt het oude pand hadden verlaten. Tromp: ‘Nadat we een ontheffing hadden gekregen en de provincie ons plan goedkeurde, hebben we afgelopen voorjaar alle toegangen dichtgezet met exclusion flaps. Dat zijn poorten waar de dieren wel uit kunnen, maar niet meer terug. Die moeten dan minimaal een week blijven zitten. Daarna hebben we een uitvliegcheck gedaan om te kijken of er toch nog op andere gaten zijn waar misschien dieren in- en uitkomen. Dat doen we visueel en met de batdetector. Daarmee kun je de voor de mens niet waarneembare geluiden – 2500 Herz of hoger – van de vleermuis toch hoorbaar maken.’ Een adviesbureau stelde officieel vast dat de vleermuizen echt vertrokken waren.

Vleermuiskasten

Met de sloop zijn de vleermuizen niet beroofd van hun enige dagverblijfplaats. ‘Vleermuizen hebben een netwerk van verblijfplaatsen’, vertelt Tromp. ‘Ze kunnen dus ook naar andere gebouwen of woningen. En wat we nog extra gedaan hebben, is dat we in een straal van 200 meter rondom de gebouwen zo’n 70 vleermuiskasten aan bomen hebben gehangen. Als het nieuwe gebouw klaar is, mogen die kasten weg. Want ook in het nieuwe gebouw worden vleermuisverblijven ingebouwd.’ Tenslotte krijgen de vleermuizen er nog een tweede verblijf bij. Twee oude liftschaften blijven staan en worden verbonden tot één groot extra vleermuisverblijf.

Tripmadam

Tromp: ‘Normaal moet je bij wettelijk beschermde soorten een ontheffing aanvragen en compenseren. Maar wij doen er altijd nog iets bovenop. Met de Routekaart verduurzamen proberen we bij elk project een plus te creëren.’ Het RVB heeft een natuurwaardenpotentiescan uitgevoerd en daarin staat wat er aan waardevolle natuur is en hoe die versterkt kan worden. Op basis van die scan zijn achttien gidssoorten geselecteerd: onder andere de bunzing, de zuidelijke citroenzweegvlieg, de tripmadam en de echte guldenroede. Tromp: ‘De aannemer is verplicht een natuurwaardenplan op te stellen dat garandeert dat deze achttien gidssoorten integraal onderdeel uitmaken van de herontwikkeling. We willen het voor de natuur beter maken dan het was.’

  • De inspectieluiken zitten hoog om te voorkomen dat ongenode gasten de vleermuisrust komen verstoren.

  • ‘Je krijgt van de provincie niet snel een ontheffing voor de sloop van een massa winterverblijfplaats. We hebben in de uitvraag dan ook gezegd dat de aannemer met een heel goed compensatieplan moet komen.’

  • Twee liftschachten zijn aan de sloop ontsnapt en worden omgebouwd tot nog een vleermuistoren.

  • RVB-ecoloog Harper Tromp wil graag weten of er nog vleermuizen in de tijdelijke kasten wonen.

  • ‘In een straal van 200 meter rondom de gebouwen hebben we zo’n 70 vleermuiskasten aan bomen hebben gehangen. Als het nieuwe gebouw klaar is, mogen ze weg. Want ook in het nieuwe gebouw worden vleermuisverblijven ingebouwd.’