Het rijkshuisvestingsstelsel regelt de huur-verhuurrelatie tussen ministeries en het Rijksvastgoedbedrijf. De ministeries zijn bij de huisvesting zelf verantwoordelijk voor de omvang, kwaliteit, locatie en het tijdstip van realisatie.
De ministeries betalen een gebruiksvergoeding aan het Rijksvastgoedbedrijf voor het gebruik van het vastgoed. Deze gebruiksvergoeding is vergelijkbaar met huur op de vastgoedmarkt. De relatie tussen de ministeries en het Rijksvastgoedbedrijf is een zakelijke huur-verhuurrelatie en de contracten en juridische aspecten zijn vergelijkbaar met de markt.
De Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en het Koninklijk Huis vallen buiten de huur-verhuurrelatie. De budgetten voor deze huisvesting staan op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.