Ingrijpende maatregelen in marinehaven door klimaatverandering
Het Rijksvastgoedbedrijf bereidt de marinehaven van Den Helder voor op een meter zeespiegelstijging. Het moet de haven uit 1954 geschikt maken om weer 100 jaar mee te gaan. 'Je moet kunnen meebewegen met de zee en zo je gebouwen en infrastructuur beschermen.'
Door klimaatverandering wordt waterbouw steeds belangrijker. Robert van Breugel, expert vastgoed en infrastructuur waterbouw, heeft er zijn handen vol aan. Hij is samen met twee vakgroepen verantwoordelijk voor het drooghouden van de kazernes. Zowel voor het oppervlaktewater, zoals afvoer van regenwater, als het zeewater. Wat de waterschappen doen voor heel Nederland, moet het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor de eigen gronden en gronden van het ministerie van Defensie doen. Uiteraard in nauwe samenwerking met Defensie en diezelfde waterschappen.
Kleine stad
Vooral de invloeden van de zee spelen een rol in de marinehaven in Den Helder die in 1954 werd gebouwd en een kleine stad op zichzelf is met essentiële installaties. Ingrijpende maatregelen moeten de haven geschikt maken om weer 100 jaar mee te gaan. Er wordt rekening gehouden met de verwachte zeespiegelstijging van 1 meter in 2050. En ook als blijkt dat er voor 2100 meer maatregelen nodig zijn, kan dat. Van Breugel: ‘Je moet kunnen meebewegen met de zee en zo je gebouwen en infrastructuur beschermen.’
Scenario’s
Van Breugel legt uit: ‘De marinehaven in Den Helder is buitendijks gebouwd. Dit betekent dat je niet meedoet met de geldstromen van de waterschappen en je dus zelf je broek moet ophouden. Bovendien moet je zelf een noodplan maken voor evacuaties.’ Afgelopen jaren voerde hij daar samen met de marine gesprekken over. ‘Je moet in scenario’s denken: Hoe groot is de kans dat er iets gebeurt? En wat zijn dan de gevolgen? En wat is er nog nooit gebeurd? Zoals de Watersnoodramp in 1953, maar dan nog heftiger. Wat gebeurt er dán?’ Bij deze grootste Nederlandse natuurramp van de 20e eeuw, veroorzaakte een combinatie van een zware noordwesterstorm en springtij dat grote delen van Nederland overstroomden. Van Breugel: ‘Heb je dan nog een marinehaven? Wat valt er als 1e uit? Waar ben je van afhankelijk?’
Extreem hoog water
Alle essentiële en kwetsbare functies in de haven zijn in kaart gebracht. Er zijn internationale normeringen hoe al deze risico’s te wegen. Van Breugel: ‘Die hebben we vertaald naar onze installaties en functies.’ Een paar voorbeelden: er is een warmte- en elektriciteitscentrale, een munitieopslag, een laboratorium, een drinkwaterinstallatie en er staan dure simulators op het terrein. ‘Het zou een milieuramp zijn als chemicaliën uit het laboratorium in de waterzuiveringsinstallatie of in de Waddenzee - een natura 2000-gebied - zouden komen,’ legt Van Breugel uit. ‘En bij extreem hoog water kunnen schepen niet afmeren, want de kades zijn overstroomd. Bovendien ligt er een energiekabel en waterleiding naar Texel. Als daar iets mee gebeurt, zit Texel zonder stroom en water.’
Noordwesterstorm
Dat er grote risico’s zijn bij overstromingen werd duidelijk in 2007. Toen was er veel schade doordat een noordwesterstorm de kust teisterde met windstoten van 100 kilometer per uur. ‘Daar hebben we veel van geleerd’, zegt Van Breugel, ‘Er gingen toen heel wat ogen open. Ik heb een foto die toen is gemaakt op alle gangen laten hangen. Het verbeteren van de processen in bijvoorbeeld de samenwerking met het waterschap en Defensie was een van de doelstellingen. Je moet van elkaar weten wat je wanneer doet, want alles hangt met elkaar samen.’
Meekoppelkansen
In het projectplan staat bijvoorbeeld dat terreinen worden verhoogd en worden de Noorddijk en Oostdijk versterkt en verhoogd. Sommige oevers worden een dijk en de huidige Zuidwal-weg gaat een meter omhoog. Op de plek waar kranen staan en de onderzeeboot aanmeert, zijn dijken geen optie. Hier komen flexibele, tijdelijke, keringen die alleen bij storm de haven zullen beschermen. Over zo’n 7 jaar verwacht Van Breugel dat alles klaar is. Dat betekent niet dat er nu niks gebeurt in de haven. Blokken op de dijk zijn al verruwd om te voorkomen dat golfoverslag de dijk aan de andere kant kapot en daardoor instabiel maakt. En er is gekeken naar zogenaamde ‘meekoppelkansen’: projecten die lopen of binnenkort starten, kunnen nu al aangepast worden aan de voorstellen. Van Breugel: ‘Er gaan veel oude gebouwen weg en er komt nieuwbouw. Dan neem je de omgeving en het beschermingsniveau meteen mee in plannen en eisen.’ Zo is dat voor de aanstaande bouw van het nieuwe onderkomen voor de Kustwacht, het Maritiem Operationeel Centrum (MOC), al voorzien. Voor de bouw laat het RVB eerst het gebied wat daarbij hoort ophogen tot 5,25 m boven NAP. ‘Niks doen was geen optie,’ zegt Van Breugel, ‘maar ik ben trots dat Defensie dit plan ondersteunt en dat dit samen met alle betrokkenen wordt opgepakt. We zijn tenslotte buren, we moeten het samen doen.’