Inkoopplanning: ‘Denkkracht in de markt mobiliseren’
Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) verwacht voor de periode 2025-2026 voor zo’n 1,5 miljard euro aan aanbestedingen voor nieuwe projecten uit te schrijven. Dat blijkt uit de Inkoopplanning van maart 2025.

De opdrachten in de Inkoopplanning zijn uiteenlopend: van nieuwbouw tot renovatie en verduurzaming. En van kleine tot hele grote projecten. Voor elke opdracht weegt het RVB af welke contractvorm het best passend is.
UAV
‘Het RVB werkt met een beperkt aantal contractvormen die geschikt zijn voor alle soorten opdrachten. Afhankelijk van de complexiteit kiezen we telkens de best passende contractvorm waarbij de risico's van het RVB en van de markt op een goede manier worden belegd’, zegt Wilco Kraamer, programmamanager Inkopen bij het RVB.
’In veel gevallen kan het RVB heel precies voorschrijven wat er moet gebeuren. Bij bijvoorbeeld de dakrenovatie en de plaatsing van zonnepanelen op het dak van de ministeries van Economische Zaken, Klimaat en Groene Groei en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (5-10 miljoen). Dan is een bestek (omschrijving van de werkzaamheden, red.) op basis van de UAV de best passende contractvorm. UAV staat voor Uniforme Administratieve Voorwaarden.’

Denkkracht
‘Als je dus heel precies weet wat je wilt hebben, is een UAV-contract prima’, zegt Kraamer. ‘Maar voor sommige opdrachten in de Inkoopplanning kiezen we voor geïntegreerde contracten.’ Dat houdt in dat de opdrachtnemer ontwerpt en ook uitvoert. Bij renovatiewerkzaamheden voor vliegveld Eindhoven (50-100 miljoen) bijvoorbeeld. Kraamer: ‘Daarvoor is er al wel een ontwerp, maar ligt er nog een opgave die vooral gericht is op engineering. Hiervoor willen we de denkkracht van de markt mobiliseren. En met de aanbesteding voor standaard legeringsgebouwen voor Defensie wil het RVB industrieel bouwen stimuleren. Ook hiervoor wil het RVB met een geïntegreerd contract een beroep doen op de innovatieve kracht van de markt. Inventief werken is ook gevraagd voor het geïntegreerde instandhoudingscontract voor de basis Gilze Rijen (100-250 miljoen). Dat houdt in dat één bedrijf 15 jaar al het onderhoud en functionele aanpassingen voor dit complex doet. Op dit moment test het RVB deze nieuwe samenwerkingsvorm in een gesloten marktconsultatie.’
Tweefasencontract
Een andere nieuwe ontwikkeling is de tweefasenaanpak. Kraamer: ‘Deze passen wij toe bij grote gecompliceerde projecten. Of bij projecten met innovatieve en soms experimentele bouwtechnieken. In die gevallen kiezen we voor een aanpak in twee fasen. In de eerste fase ontwikkelen we samen met een marktpartij het plan en stellen we een prijs vast. Zo verminderen we de risico’s voor beide partijen. Vervolgens is fase 2 de uitvoering van het plan. De tweefasenaanpak is voor gecompliceerde projecten efficiënter. Je hoeft als marktpartij minder energie in de aanbesteding te stoppen.’
In de vorige inkoopplanning stonden twee projecten met een tweefasenaanpak: de rijkskantoren Monarch IV en de Juliana van Stolberglaan. De Monarch IV is een houten kantoortoren die in Den Haag zal verrijzen. ‘Het RVB wil voor dit kantoor hoogbouw combineren met duurzaamheid’, zegt Kraamer. ‘Het RVB daagt de markt uit om in deze opgave maximaal CO2 te besparen. Dat vraagt nieuwe bouwtechnieken zoals houtbouw in plaats van het vertrouwde beton en staal. Er is nog veel onbekend. Daarom kijken we in de eerste fase van de aanbesteding hoe we samen met de markt onze maximale duurzaamheidsambitie kunnen halen. Met de tweefasenaanpak zijn we nu ervaring aan het opdoen. We werken toe naar een uniforme aanpak voor deze contracten.’
Risico’s beheersen
Kraamer benadrukt nogmaals dat het RVB per project afweegt wat het beste contract is. ‘We kiezen dus niet voor alle grote projecten voor een geïntegreerd contract of een tweefasenaanpak. Bij de renovatie van het Paleis van Justitie in Den Haag (200 - 500 miljoen) kiezen we bijvoorbeeld voor een UAV- contract. Het gaat om een renovatie van een bestaand complex dat open blijft tijdens de verbouwing. Dat is een complexe bouwsituatie met veel onduidelijkheid. In zo’n geval kun je dan beter een traditionele aanpak kiezen. Eerst een ontwerp maken. Daarna dat ontwerp gefaseerd laten uitvoeren door een aannemer.’