Kazernes uit de fabriek

Nieuwe legeringsgebouwen, kantoren, magazijnen en werkplaatsen voor Defensie moeten voortaan uit de fabriek komen. Dat is sneller, goedkoper en beter. ‘Je hebt veel minder mensen nodig dan in het ambachtelijke bouwproces.’

Vergroot afbeelding houtskeletbouw
Beeld: ©Tineke Dijkstra / Tineke Dijkstra
Op de foto staat geen pand van Defensie, maar een bedrijfspand in Nieuwkuijk dat in een fabriek is gemaakt en ter plekke alleen nog in elkaar gezet wordt.

Defensie staat aan de vooravond van een enorme transformatie van het vastgoed. De krijgsmacht heeft veel verouderde en slecht onderhouden gebouwen. Samen met het Rijksvastgoedbedrijf wil Defensie het vastgoed de komende decennia voorbereiden op de toekomst. Daarvoor is een nieuwe fabrieksmatige aanpak nodig.

Fabrieksmatig bouwen

‘Bij Defensie was het traditie dat we voor elk nieuw of te renoveren gebouw een programma van eisen opstelden. Dat werd door architecten uitgewerkt en zo werd er dan uiteindelijk een maatwerkgebouw neergezet. Dat was een redelijk arbeidsintensief proces’, zegt Lambert Hovens van het RVB.

‘Zo kan het niet meer, want er zijn gewoon niet genoeg mensen. De bouwwereld moet nu eindelijk de stap zetten die autofabrikant Henry Ford ruim 100 jaar geleden al maakte: standaardiseren en mechaniseren. Dat gebeurt inmiddels ook in de bouw. Er zijn nu woningfabrieken en daar doen vooral robots het werk. Robots maken geen fouten. En je hebt veel minder mensen nodig dan in het ambachtelijke bouwproces. We verwachten dat fabrieksmatig bouwen daardoor 10 tot 15 procent goedkoper zal zijn dan traditionele bouw. En de realisatietijd op de bouwplaats zal ten minste halveren. Een gebouw moet een product worden dat uit de fabriek komt en dat je ter plaatse alleen nog in elkaar zet en aansluit.’

Gebouw in vrachtwagens

Met het bestellen van gestandaardiseerde gebouwen kunnen kazernes in korte tijd vernieuwd worden. Het RVB begint met legeringsgebouwen. Dat zijn de gebouwen op een kazerne waar militairen in wonen. De lijst met eisen voor deze gebouwen – de standaardvraagspecificatie – is nu klaar. De volgende stap is een aanbesteding en eind 2025 moeten de contracten getekend zijn. Hovens: ‘Als we met een of meer partijen in de markt een overeenkomst hebben, kunnen we snel een gebouw bestellen en afroepen. Vervolgens komt het gebouw in vrachtwagens naar je toe. Op die manier houden we de grote transformatie behapbaar.’ Na de standaardvraagspecificatie voor legeringsgebouwen volgen de specificaties voor kantoren, magazijnen en werkplaatsen.

Standaardmaten

Hovens wil in de standaardvraagspecificaties aansluiten bij wat de markt al levert. Studio-units voor studentenhuisvesting bijvoorbeeld wijken niet veel af van de studio’s voor militairen in legeringsgebouwen. ‘Daar houden we in het programma van eisen rekening mee. Als je met bestaande standaardmaten werkt, kun je sneller en goedkoper bouwen. Vergelijk het met het aanschaffen van een auto. Als je een auto op maat laat bouwen, ben je vele malen duurder uit dan met een fabrieksmodel.’

Circulair bouwen

Met standaardmaten is het gebouw ook voor andere partijen bruikbaar. ‘Vroeger had een net opgeleverd legeringsgebouw vanwege de bepalingen in het bestemmingsplan vrijwel geen financiële waarde. Je kon hem namelijk niet verkopen. Maar een legeringsgebouw uit een fabriek kun je demonteren en ergens anders weer opbouwen. Op een universiteitsterrein bijvoorbeeld. Omdat het zo flexibel is, is het waardevast. Die flexibiliteit is belangrijk voor Defensie om snel in te kunnen spelen op geopolitieke veranderingen. En een herbruikbaar gebouw is natuurlijk zo circulair als het maar zijn kan. Mocht het gebouw aan het einde van zijn levensduur zijn, dan kunnen alle materialen er weer uit. We weten precies wat erin zit omdat de fabrikant er een materialenpaspoort bij levert.’

Fatsoenlijk vastgoed

Gebouwen uit de fabriek bieden dus veel voordelen. ‘Maar de vraag is vooral: wat is het belangrijkste voor militairen?’, zegt Hovens. ‘De mensen die bij Defensie werken zijn blij dat ze een fatsoenlijke legeringskamer krijgen en een goede werkplaats. Dat is het voornaamste. Als je als werkgever mensen binnen wilt houden, moet je zorgen dat ze fatsoenlijk hun werk kunnen doen in fatsoenlijk vastgoed. En dat is wat we met fabrieksmatig bouwen kunnen bieden.’