'We maken iets van niets.' Geleerde lessen over groene energie op rijksgrond
Nederland moet meer groene energie gaan opwekken. Hoe en waar gaan we dat doen? In 2019 is het pilotprogramma Hernieuwbare energie op rijksgrond van start gegaan. De opgedane lessen van de afgelopen twee jaar zijn nu gebundeld in het document ‘Leerervaringen 2020’.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 70% van de elektriciteit groen moet zijn. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) wil zijn vastgoed inzetten voor een betere maatschappij en draagt daarom ook bij aan deze energiedoelen. In het pilotprogramma Hernieuwbare energie op rijksgrond slaat het RVB de handen ineen met Rijkswaterstaat (RWS) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Samen zetten ze rijksgrond in voor het opwekken van groene energie. Het programma loopt tot 2023 en heeft als doel om via 10 verschillende pilotprojecten kennis en ervaring op te doen.
Nu er twee jaar van samenwerking voorbij zijn, delen de drie partners de tussentijds ‘geleerde lessen’ uit het pilotprogramma. De leerervaringen zijn bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in de energietransactie en voor wie direct of indirect werkt aan energieprojecten op rijksgrond. Het document zoomt in op een aantal inhoudelijke thema’s en licht de ervaringen toe op het gebied van projectaanpak, financiën en de samenwerking tussen diverse overheden.
Rol RVB
Samen met regionale overheden, netbeheerders en draagvlak van burgers geven RWS, RVO en het RVB invulling aan het programma. ‘Het RVB zorgt ervoor dat de rijksgrond gebruikt kan worden. Met gestroomlijnde procedures en de juiste contracten kunnen toekomstige uitbaters bijvoorbeeld zonneparken gaan neerzetten’, vertelt Tara Dekker, projectleider Hernieuwbare energie bij het RVB.
‘Het mooie is dat we iets creëren uit niets, door het op een slimme manier inzetten van de rijksgrond. Neem de berm van de snelweg. Door hier zonnepanelen op te zetten, wek je niet alleen groene energie op, maar geven we deze restgrond ook een nieuwe en waardevolle functie. En het plaatje is helemaal af als omwonenden en bedrijven in de buurt de opgewekte energie kunnen gebruiken. Dat proberen we zoveel mogelijk voor elkaar te krijgen.’
Toekomstbestendig
De samenwerking tussen de drie organisaties was even wennen in het begin, volgens Dekker, aangezien ieder zijn eigen belangen en regels heeft. ‘Maar we hebben elkaar meegenomen in ieders werkwijze en geleerd wat we aan elkaar hebben. Samen hebben we een stevige programma-organisatie op poten gezet voor de toekomst. Op deze voet kunnen we verder, hopelijk ook met andere partijen binnen het Rijk die grond bezitten.’
De opgedane kennis en ervaringen worden direct toegepast in de praktijk. Onlangs is de openbare inschrijving voor een zonnepark naast de A28 gestart en hier wordt de gunningsprocedure toegepast die in het pilotprogramma is ontwikkeld. Daarnaast vormen de geleerde lessen de basis voor de bredere inzet van rijksgrond voor de energietransitie, via het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER). Dit rijksbrede programma heeft als doel om kansrijke locaties voor het opwekken van groene energie te onderzoeken en minimaal 40 hiervan te realiseren voor 2030.